Werkbank Academische vaardigheden


4. Redeneren op basis van analogie

Een redenering op basis van analogie lijkt veel op een redenering op basis van voorbeelden. Een auteur kan beweren dat een bepaalde omstandigheid X aan de hand is, of dat X een bepaalde eigenschap heeft, met de rechtvaardiging dat X lijkt op Y. Y is dan iets waarvoor dezelfde omstandigheid geldt of waar dezelfde eigenschap aanwezig is. Als het zo is dat X vergeleken kan worden met Y, dan volgt daar uit dat X inderdaad ook de beweerde eigenschap heeft of dat voor X dezelfde omstandigheid geldt. De analogie-redenering wordt vaak gebruikt in wetenschappelijke teksten, maar is erg verraderlijk.

Bij het beoordelen van de kwaliteit van de redenering zijn dit de evaluatievragen die je kunt stellen:

  • Zijn er voldoende overeenkomsten tussen X en Y om de twee te beschouwen als vergelijkbaar?
  • Zijn de overeenkomsten wel relevant met het oog op de bewering?
  • Welke verschillen zijn er tussen X en Y (vergelijkbaar is ten slotte niet hetzelfde als identiek).
  • Zijn deze verschillen geen reden om de beweerde analogie tussen X en Y te ondergraven?

Verder lezen: Redeneren op basis van causaliteit       Terug naar de index van redeneerschema's