Werkbank Academische vaardigheden


Interpunctie

De meest gebruikte interpunctietekens in het Nederlands zijn de punt, de punt-komma, de dubbele punt, de komma en de aanhalingstekens. Het gebruik van deze tekens is gebonden aan een aantal regeltjes en richtlijnen. Daarnaast kun je met de keuze voor een bepaalde interpunctie soms ook ingrijpen in de betekenis van een zin.

Op deze pagina worden de volgende interpunctietekens besproken:

  1. punt
  2. punt-komma
  3. dubbele punt
  4. komma
  5. aanhalingstekens

Je kunt meer informatie over interpunctietekens vinden onder literatuur en links

De punt

Met een punt geef je aan dat je een zin beëindigt. Daarmee geef je aan je lezers een duidelijk signaal dat je de informatie die je in de zin aan het overbrengen bent, als afgerond beschouwt. Dat betekent tegelijkertijd dat de informatie in de volgende zin als het ware een nieuwe stap in je gedachtegang is. Voorbeeld:

Demografisch was de 14e eeuw een tijd van achteruitgang in heel Europa. Hongersnoden, epidemieën en oorlogshandelingen rukten miljoenen mensen voortijdig uit het leven.

Een punt gebruik je ook bij een afkorting (bijv.; enz.). Bij een afkorting die uit meer dan één woord bestaat gebruik je ook meer punten (m.a.w.; t.g.v.; i.h.b.). Namen die zijn samengesteld uit eerste letters van woorden krijgen juist weer geen punten (sms, btw, tv ), netzomin als eigennamen die uit eerste letters van woorden bestaan (Hema). Omdat er niet altijd evenveel logica in afkortingen te vinden is, is het verstandig om bij minder gebruikelijke afkortingen even het woordenboek te raadplegen, of de online Woordenlijst Nederlandse Taal. Veel schrijfadviesboeken geven lijsten van de meest gangbare afkortingen.

Na een hoofdstuktitel, een tussenkop en een paragraafnummer hoort geen punt.

De punt-komma

De punt-komma plaats je in het Nederlands tussen twee hoofdzinnen die inhoudelijk een sterke relatie hebben. Je geeft dus met een punt-komma het signaal aan je lezers, dat ze de informatie aan beide zijden van de punt-komma op elkaar moeten betrekken. De meest gebruikelijke relatie is dan, dat de tweede hoofdzin een parafrase of een nadere uitleg is van de eerste. Je geeft als het ware met andere (specifiekere) bewoordingen nog eens aan wat je bedoelt. Voorbeeld:

Demografisch was de 14e eeuw een tijd van achteruitgang in heel Europa; hongersnoden, epidemieën en oorlogshandelingen rukten miljoenen mensen voortijdig uit het leven.

Soms kun je een punt-komma ook gebruiken om een contrast aan te geven tussen de eerste hoofdzin en de tweede. Voorbeeld:

Henk is een liefhebber van Salsa; zijn partner heeft er een enorme hekel aan.

De dubbele punt

Een dubbele punt gebruik je om nadrukkelijk iets aan te kondigen. Vaak gaat het dan om het aankondigen van een toelichting of een verklaring. Voorbeeld:

Demografisch was de 14e eeuw een tijd van achteruitgang in heel Europa: hongersnoden, epidemieën en oorlogshandelingen rukten miljoenen mensen voortijdig uit het leven.

Met een dubbele punt kun je ook goed een opsomming aankondigen. Voorbeeld:

Het rapport stelt verschillende maatregelen voor: uitbesteding van administratief werk aan burgerpersoneel, beperking van de mogelijkheid om te sporten in diensttijd, betere beloning van overuren.

Ook als je een citaat aankondigt gebruik je een dubbele punt. Alleen bij een citaat begint een zin na de dubbele punt met een hoofdletter. Voorbeeld:

Bastelaere becommentarieert: 'Het rif is, onder andere, een metafoor voor de onophoudelijke groei van de tekst en van de betekenissen van de tekst, zodat de interpretatie onbeëindigbaar is.'

De komma

Met de komma breng je een minimale scheiding aan tussen twee delen of deeltjes in de zin. Daarmee kun je duidelijk maken hoe de structuur van de zin in elkaar zit (bijvoorbeeld omdat je de hoofdzin scheidt van de bijzin). In sommige gevallen kun je juist door het scheiden van twee delen van de zin een betekenisverschil bewerkstelligen. Voorbeeld:

  1. Voute zegt in het vraaggesprek dat hij altijd vooraf contact opneemt met de huisarts van de kankerpatiënt, aan wie hij de 'euthanasiepil' meegeeft.
  2. Voute zegt in het vraaggesprek dat hij altijd vooraf contact opneemt met de huisarts van de kankerpatiënt aan wie hij de 'euthanasiepil' meegeeft.

in a. zegt de medisch specialist Voute dat hij de 'euthanasiepil' mee geeft aan de huisarts, in b. doet hij dat aan de patiënt zelf.

Door deze  'afscheidende' functie bewerkstelligt de komma ook het beroemde verschil tussen de uitbreidende en beperkende bijvoeglijke bijzin. Voorbeeld:

  1. De journalisten, die de verklaring niet ondertekend hadden, werden opgepakt.
  2. De journalisten die de verklaring niet ondertekend hadden, werden opgepakt.

In a. werden alle journalisten opgepakt (met als 'uitbreidende' toelichting dat dat kwam omdat ze de verklaring niet ondertekend hadden). In b. werden alleen de journalisten opgepakt die de verklaring ondertekend hadden (dus een 'beperkt' deel van de totale verzameling van journalisten).

In het algemeen gesproken is de beste vuistregel om zo min mogelijk komma's in een zin te plaatsen. In een aantal gevallen moet je een komma gebruiken omdat dat bij conventie zo is afgesproken:

  • Tussen twee persoonsvormen: 'wat je daar zegt, is niet waar'.
  • Tussen de delen van een opsomming: 'een klein, dik, kwaad kereltje'.
  • Voor en na een aangesproken persoon: 'Graag, meneer de voorzitter, zou ik het een en ander willen opmerken over het mestopslagbesluit'.
  • Voor en na een bijstelling: 'Annechien Steenhuizen, de nieuwslezeres van acht uur, vond dit zelf ook wel een grappig bericht'.
  • Voor de voegwoorden maar, doch, want, ofschoon, hoewel e.d.: 'Ik kan argumenteren wat  ik wil, maar geloven doet zij me toch niet'.

De aanhalingstekens

Je gebruikt aanhalingstekens om aan te geven dat je letterlijk citeert. Verder gebruik je aanhalingstekens om de bijzondere betekenis van een woord te benadrukken. Voorbeeld:

De inwoners van de Jordaan hebben hun straten opgefleurd met 'stoepgroente'.

Je gebruikt aanhalingstekens ook als je het woord of begrip zelf aan wilt duiden (de 'zelfnoemfunctie'). Voorbeeld:

'Terreur' vervangen door 'democratisering' is een vorm van taalvervuiling.

Literatuur en links

J. Renkema  (2012). Schrijfwijzer. Amsterdam: Boom.

J. van der Horst (2001). Alles over leestekens: praktische handleiding voor het gebruik van leestekens en andere tekens. Den Haag: Sdu Uitgevers.

M.G. Onrust, A. Verhagen en R.E. Doeve (1993). Formuleren. Houten; Bohn Stafleu. (Hoofdstuk 8, interpunctie).

Zie ook de rubriek Leesteken op de website Taaldavies.net van de Nederlandse Taalunie.

Overige pagina's in deze rubriek: Introductie   Spelling   Grammatica   Stijlfouten   Veelgemaakte fouten