Werkbank Academische vaardigheden


5. Redeneren op basis van causaliteit

Het causale redeneerschema berust erop, dat het ene verschijnsel wordt geponeerd als een oorzaak, en het andere als een gevolg. Een auteur kan het causale redeneerschema op twee manieren gebruiken:

  1. De schrijver stelt dat een bepaalde oorzaak van toepassing is, en op grond daarvan beweert hij vervolgens dat een bepaald gevolg optreedt.
  2. De schrijver kan ook beweren dat een bepaald gevolg alleen maar te verklaren valt uit een bepaalde oorzaak.

Evaluatievragen bij de eerste toepassing van dit redeneerschema zijn:

  • Hebben eerdere gevallen van de genoemde oorzaak ook altijd dat bepaalde gevolg gehad?
  • Zijn er andere factoren denkbaar die van invloed zijn op het gevolg?

Evaluatievragen bij de tweede toepassing van het redeneerschema zijn:

  • Zijn er geen andere oorzaken te bedenken die het beweerde gevolg zouden hebben kunnen veroorzaken?
  • Waarom ziet de auteur die ene oorzaak als meest bepalend voor het gevolg?

Let op: bekende overtredingen bij redeneren op basis van causaliteit zijn de redeneerfouten Post hoc ergo propter hoc en Voldoende voorwaarde wordt onterecht gezien als noodzakelijke voorwaarde (zie Beruchte redeneerfouten).

Verder lezen: Redeneren op basis van autoriteit       Terug naar de index van redeneerschema's