Werkbank Academische vaardigheden


De overheadprojector met overheadsheets

De overheadprojector was enige tijd geleden het belangrijkste hulpmiddel bij presentaties. Door de extra mogelijkheden die PowerPoint tegenwoordig biedt, wordt hij echter steeds minder gebruikt. Daar waar het gebruik van PowerPoint (nog) niet mogelijk is, kan het dit hulpmiddel nog steeds op effectieve wijze worden ingezet. Bij belangrijke presentaties is het vaak verstandig om naast een PowerPoint-presentatie een aantal overhead-sheets te prepareren, voor het geval de apparatuur het laat afweten.

Het is met dit hulpmiddel overigens, net als bij PowerPoint-presentaties, belangrijk om het weloverwogen in te zetten en het op de juiste wijze te bedienen. Helaas ontaarden nogal wat presentaties in ‘sheet­shows’, waardoor het hulpmiddel eerder storend werkt dan dat het iets toe­voegt. Houd als richtlijn aan dat vier of vijf sheets per kwartier vaak meer dan voldoende zijn.

Voordelen overheadprojector

  • Je kunt oogcontact houden met het publiek terwijl je aanwijst op het beeld.
  • Projectie is mogelijk zonder verduistering.
  • De beelden kunnen een zeer hoge kwaliteit bereiken, dit kan b.v. prettig zijn bij de presentatie van grafieken en tabellen.
  • Je kunt een complex beeld opbouwen met behulp van overlays (overheadsheets die over elkaar heen worden gelegd.
  • Indien de zaal zich daarvoor leent (je hebt een dubbel projectiescherm nodig), kun je een overheadsheet gebruiken naast een PowerPoint-presentatie.

Nadelen overheadprojector

  • De prodictie en het wijzigingen van sheets zijn bewerkelijk. Wijzigingen aanbrengen op het allerlaatste moment (wat wel kan met PowerPoint) zijn meestal niet goed mogelijk.
  • Je hebt een overheadprojector nodig. Momenteel is die meestal nog wel aanwezig. De verwachting is echter dat deze, als ze defect raken, seteeds minder vervangen zullen worden. Informeer dus vooraf of er een beschikbaar is!
  • Vooral de oudere apparaten maken relatief veel lawaai. (Dit wordt met name veroorzaakt door de ventilator).
  • De projector en het scherm nemen veel ruimte in beslag.

Tips voor het gebruik

  • Plaats de projector zodanig dat het apparaat niet het zicht belemmert op jezelf of op het geprojecteerde beeld.
  • Plaats de projector zodanig dat je hem gemakkelijk kunt bedienen (bijvoor­beeld links van je, wanneer je linkshandig bent) en dat je niet door het beeld hoeft te lopen.
  • Probeer alle knoppen van de projector vooraf uit en controleer de beeld­scherpte vooraf.
  • Zorg dat het scherm iets naar voren helt om het zogenaamde key-hole-effect te voorkomen (het beeld is aan de bovenkant breder dan aan de onderkant).
  • Controleer of er een reservelamp in de projector aanwezig is.
  • Zet de projector uit als er langere tijd geen beeld geprojecteerd wordt; een lichtvlek trekt de aandacht van het publiek weg.
  • Wijs aan op de projector (met een dun voorwerp). Wijs alleen op het scherm aan als je ernaast staat; op die manier spreekt je nooit met je rug naar het publiek.
  • Geef je publiek steeds leestijd wanneer je een nieuw beeld vertoont.
  • Gebruik niet te veel sheets.
  • Zorg ervoor dat de beelden niet te vol zijn:
    • neem in tabellen alleen die informatie op die relevant is;
    • gebruik overlays wanneer complexe tabellen en figuren niet te vermijden zijn;
    • hanteer bij tekst de volgende richtlijn: 7x7x7. Dat wil zeggen: maximaal zeven regels per sheet, maximaal zeven woorden per regel en letters van minimaal zeven millimeter hoog;
    • bij een vol beeld kun je ook een afdekblad gebruiken om steeds meer van het beeld te onthullen; laat vooraf eerst kort het hele beeld zien, om je publiek niet de indruk te geven dat je ze als kleuters behandelt.
  • Werk in steekwoorden; gebruik alleen hele zinnen bij citaten.
  • Let er op dat je een hittebestendige sheet gebruikt wanneer je een kopie op een sheet wilt maken; je spaart dan de kopieermachine.
  • Om te tekenen op sheets gebruik je speciaal daarvoor bestemde viltstiften; ze bestaan in twee uitvoeringen: watervast en afwasbaar.
  • Nummer altijd je sheets zodat je ze makkelijk (weer) op volgorde kunt leggen.
  • Let er bij grafieken en tabellen op dat je je publiek stap voor stap uitlegt wat er te zien valt, en hoe ze de visualisatie kunnen interpreteren.