Werkbank Academische vaardigheden


Computer en beamer

De inhoud van een computerbeelscherm kan worden geprojecteerd met behulp van een zogenaamde beamer, een digitale projector. Heel vaak gebeurt dat in combinatie met het presentatie-programma PowerPoint, maar uiteraard is het ook mogelijk om met behulp van de computer andere programma's of gegevens te laten zien. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het gebruik van een webbrowser om informatie van het internet te tonen, een grafisch programma om een aantal digitale afbeeldingen te laten zien (b.v. in de vorm van een slide show), of een specialistisch computerprogramma waarvan je de werking wilt demonstreren.

Hoewel een computer met een beamer veel mogelijkheden biedt (en noodzakelijk is voor het gebruik van PowerPoint), kan het gebruik ervan ook veel rompslomp met zich meebrengen.

Tips voor het gebruik

  • Zorg dat je de computer en de beamer goed kunt bedienen en aansluiten, of laat dit doen. Zorg er in ieder geval voor dat je hiermee niet hoeft te stuntelen tijdens je presentatie, dit leidt ontzettend af van de inhoud.
  • Reserveer ruim van tevoren een computer, beamer en projectiescherm, als deze niet standaard in de zaal aanwezig zijn.
  • Controleer vooraf of er in de zaal waar je de presentatie houdt op de juiste plekken stopcontacten zitten; neem indien nodig voldoende verlengsnoeren mee.
  • Bekijk van tevoren waar het scherm, de computer en de beamer het beste kunnen komen te staan.
  • Controleer voor je begint of alle apparaten werken. Probeer ook de afstandsbediening uit als je deze wilt gebruiken. Als deze het niet doet, is de kans groot dat het aan de batterijen ligt.
  • Kijk voor aanvang van de presentatie naar de zaalverduistering, dimknoppen op de verlichting etc. (maak het niet te donker!).
  • Controleer van tevoren ter plekke de verbinding als je tijdens je presentatie het Internet op wilt.

Kortom: bereid je goed voor!