Structuur: het slot
Bij schriftelijke presentaties kan het slot
concluderend of samenvattend
zijn. Omdat het bij een mondelinge presentatie zo essentieel is dat
je redundante informatie inbouwt, komt bij een concluderend
slot altijd nog een samenvatting van het verhaal na de conclusie. Als
je een beschrijvende of voorschrijvende probleemstelling hebt,
dan is je slot sowieso al samenvattend en heb je dus een minder
gecompliceerd slot. Het slot bevat eventueel dus een conclusie, maar
bevat altijd de volgende elementen.
De samenvatting.
- Hier vertel je je publiek wat je ze net
hebt verteld.
Het doel.
- Je herhaalt nog eens welk doel je met je
verhaal probeerde te bereiken. (‘Ik hoop dat u er nu allemaal
van overtuigd bent dat u beter Max Havelaar koffie kunt drinken’).
De vragen.
- Je vraagt je publiek of er nog vragen zijn en
geeft antwoord.
De ‘uitsmijter’.
- Je sluit je verhaal af met
een laatste zin. Het is prima als je je publiek gewoon bedankt voor
de aandacht, maar je kunt natuurlijk ook met iets flitsends komen.
Bedenk wel dat een leuke afsluiter ook ècht leuk moet zijn.
Een flauwe grap aan het eind doet een voortreffelijk middenstuk al
gauw teniet.