Werkbank Academische vaardigheden |
Startpagina > Verwijzen naar informatie > Citeren & parafraseren
Citeren en parafraserenInformatie uit bronnen kun je op twee manier in je eigen tekst opnemen: je kunt deze informatie citeren (letterlijk overnemen) en parafraseren (in eigen woorden weergeven of samenvatten). In beide gevallen moet je ervoor zorgen dat je goed aangeeft uit welke bron je iets overneemt en moet je het stukje 'vreemde' tekst zo goed en logisch mogelijk inpassen in je eigen tekst. Andermans gedachtegoed moet je, met andere woorden, altijd identificeren en inbedden in je eigen tekst. Dat laatste gebeurt meestal met behulp van een introductie van het citaat of de parafrase. Voor het correct gebruik van citaten gelden daarnaast nog wat eigen regels.CiterenGeciteerde tekst moet je tot en met de spelling en de interpunctie precies overnemen in de taal waarin het is geschreven. Bij citaten uit het Frans, Duits of Engels kun je het daarbij laten; bij citaten uit andere vreemde talen voeg je in een noot de vertaling bij. Uiteraard mag je citaten nooit zodanig uit hun context te halen dat ze een andere betekenis krijgen dan ze oorspronkelijk hadden. Je mag ook niet selectief citeren, dat wil zeggen uit een bepaalde passage alleen die stukjes overnemen die goed uitkomen voor jouw doeleinden.Je geeft een citaat aan door middel van aanhalingstekens. Als het citaat groter is dan drie regels, zet je geen aanhalingstekens maar zet je het hele citaat in het wit en laat je het inspringen. Je kunt op zeer beperkte schaal ingrijpen in citaten:
Citaat en bronvermeldingBij citaten mag bronvermelding nooit ontbreken. Onmiddellijk na een citaat geef je aan uit welk boek of artikel het citaat afkomstig is, en op welke pagina precies het citaat te vinden is. Dus:
Uiteraard geef je die bronvermelding vorm volgens het systeem dat in je opleiding gehanteerd wordt. Zie hiervoor de rubriek Verwijzen. Citaat en inbedding in je eigen tekstMet het geven van een bronvermelding identificeer je de bron van het citaat. Om het citaat ook in je eigen tekst in te bedden moet je het citaat in je eigen tekst introduceren. Dat kan op verschillende manieren (introductie gecursiveerd).
In (2) geeft de schrijver aan wat de functie van het citaat in de context van zijn eigen uiteenzetting is ('met Heeroma kunnen we omschrijven'); hij geeft aan dat hij het eens is met de omschrijving van Heeroma. In (3) is de introductie heel neutraal: de schrijver maakt aan zijn lezers duidelijk dat er een ander aan het woord komt (zegt G. van Slijke). Een duidelijke identificatie en introductie van een citaat is vooral nodig als je grote stukken citaat in je eigen tekst invoert. Een goede inbedding maakt het in die gevallen voor lezers makkelijker om uit elkaar te houden welke tekst van jouzelf is en welke is overgenomen vanuit een andere bron. ParafraserenIn tegenstelling tot citaten worden parafrases niet als zodanig gemarkeerd. Dat maakt het extra belangrijk om steeds aan te geven waar de parafrase van andermans woorden begint, en je eigen uiteenzetting eindigt. Of: waar je parafrase van bron A eindigt en je parafrase van bron B begint.Parafrase en bronvermeldingBij parafrases mag bronvermelding nooit ontbreken. Zorgvuldig moet je steeds bij de introductie van het geparafraseerde bronmateriaal aangeven van wie het materiaal afkomstig is en waarin en op welke plaats je het materiaal hebt gevonden. Omdat parafrases (veel) meer dan één pagina uit het oorspronkelijk materiaal kunnen samenvatten, zul je als vindplaats regelmatig eenheden van pagina's vermelden, of hele hoofdstukken. Als je grote delen van een boek samenvat, of samenvattende uitspraken over het hele boek doet, volstaat het gehele boek als bronvermelding.Parafrase en inbedding in je eigen tekst.Net als bij citaten markeer je de overgang van je eigen tekst naar je parafrase van andermans gedachtegoed door de bron die geparafraseerd gaat worden te identificeren en te introduceren. In (1) gebeurt dat bijvoorbeeld in de eerste zin.
Je bewijst de samenhang van je tekst een goede dienst als je steeds duidelijk aangeeft wat de plaats en de functie van andermans gedachtegoed in je eigen tekst is. Je kunt dat doen door bij de introductie van de bron uit te leggen wat de bron doet. Een veelgebruikt stramien is 'In zijn studie X analyseert auteur Y de relatie tussen....' of 'Studie X gaat over/behandelt/bekritiseert/laat zien dat...' enzovoort. Een voorbeeld:
Je kunt de plaats van het bronmateriaal in je eigen uiteenzetting ook aangeven met behulp van evaluerend commentaar. Zulk commentaar kan dan betrekking hebben op bepaalde kenmerken van de bron die je parafraseert, of op de kwaliteit van de bron. Het moet wel overduidelijk zijn dat dat evaluerend commentaar van jou is, en niet van de bron die je parafraseert.Voorbeelden (evaluerend commentaar cursief):
|
Overige pagina's in deze rubriek: Introductie Verwijzen Literatuurlijst Beeldmateriaal Reference managers Plagiaat |