Werkbank Academische vaardigheden


Untitled Document

Stijlfouten

stijlfouten op woordniveau
pleonasme en tautologie
contaminatie
malapropisme

Als je schrijft, kun je veel fouten maken. Als je deze tekst goed leest, dan kun je veel van die fouten voorkomen. Op deze pagina worden namelijk enkele veel voorkomende stijlfouten behandeld. Sommige stijlslordigheden zijn al besproken onder Stijl.

Stijlfouten op woordniveau

Je kunt fouten maken op woordniveau. Vaak komt dat doordat er twee mogelijkheden bestaan en je steeds de verkeerde kiest. Die twee mogelijkheden zou je ook 'verwarrende paren' kunnen noemen. Hieronder worden veel voorkomende verwarrende paren opgesomd. Ook worden hier de voornaamwoorden besproken (dat-wat, hun-hen, waarmee-met wie, etc.).

Blijkbaar - schijnbaar

Blijkbaar en schijnbaar hebben een zogeheten modale betekenis. Ze geven de mening weer van de schrijver over de inhoud van (een deel van) de zin en ze zeggen dan vooral iets over de waarschijnlijkheid van die zinsinhoud.

Blijkbaar wordt gebruikt als iets inderdaad gebleken is. De inhoud van die zin is in overeenstemming met de werkelijkheid. Vaak wordt er in een zin met 'blijkbaar' ook onmiddellijk een argument gegeven dat wordt ingeleid met 'want':

Blijkbaar is hij daartoe nooit in de gelegenheid geweest, want vervolgonderzoek is altijd uitgebleven.

Schijnbaar wordt gebruikt als iets naar het schijnt zo is. Hetgeen wordt meegedeeld staat allerminst vast. Met schijnbaar kan een schrijver aangeven dat zijn kennis van zaken beperkt is en dat het tegendeel niet mag worden uitgesloten. Ook kan schijnbaar gebruikt worden om een tegenstelling tussen schijn en realiteit uit te vergroten:

Diederik Stapel heeft schijnbaar veel goed onderzoek verricht, maar ondertussen heeft hij met de wetenschap een loopje genomen.

Vaak bepaalt de context van de zin of 'schijnbaar' of 'blijkbaar' juist gekozen is. Hieronder volgen twee gevallen waarbij de context ontbreekt en je dus niet kan zien of 'schijnbaar' of 'blijkbaar' juist is:

Blijkbaar hadden Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir een goede relatie.

Schijnbaar hadden Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir een goede relatie.

Enkele voorbeelden van hoe het niet moet:

* Schijnbaar is hij daartoe nooit in de gelegenheid geweest, want vervolgonderzoek is altijd uitgebleven.

* Diederik Stapel heeft blijkbaar veel goed onderzoek verricht, maar ondertussen heeft hij met de wetenschap een loopje genomen.

Omdat - doordat

'Omdat' en 'doordat' zijn grotendeels synoniem aan elkaar. Toch zijn er twee regels die je moet volgen. Het grijze gebied is echter behoorlijk groot.

Strikt genomen mag omdat alleen gebruikt worden als er sprake is van een reden. Vaak speelt bij 'omdat' de menselijke wil/motivatie een rol. Doordat mag alleen gebruikt worden in oorzakelijk verband. In wetenschappelijke teksten moet je dus goed uitkijken dat je 'doordat' echt alleen gebruikt als er sprake is van een causale relatie, of een noodzakelijk gevolg. In de volgende zin is er sprake van een causale relatie:

De aanslag van Von Stauffenberg op Hitler mislukte doordat Hitler niet in de barak aanwezig was waar de bom afging.

Hieronder volgt een zin waarin het causale verband niet zo duidelijk is, maar wel 'doordat' gebruikt wordt. Deze zin is dus fout:

* Himmler waarschuwde Hitler van tevoren, doordat hij niet wilde dat de Führer vermoord werd.

In het eerste voorbeeld van Von Stauffenberg en Hitler zou je ook 'omdat' kunnen gebruiken. 'Doordat' is in dit geval duidelijker, maar 'omdat' wordt niet als fout beschouwd. In het tweede voorbeeld moet je 'omdat' gebruiken. Je gebruikt 'omdat' om een reden aan te geven; een gegeven feit kan tal van mogelijkheden tot gevolg hebben, en niet slechts één. Bovendien speelt een persoonlijke motivatie vaak een rol:

De jongen (15) vertelde aan de politie dat hij een bommelding op Twitter had geplaatst, gewoon omdat hij daar zin in had.

Samenvattend kunnen we stellen dat het na dit betoog het beste lijkt om 'doordat' te gebruiken als er sprake is van een duidelijk, oorzakelijk verband. 'Omdat' gebruik je alleen in onomstreden redengevende zinnen. Tussen die twee uitersten is veel toegestaan.

Dan - als

Het verschil tussen 'dan' en 'als' op momenten dat er een vergelijking gemaakt moet worden, is voor veel Nederlanders lastig. Het is dan ook onderscheid dat enige eeuwen geleden bedacht is door grammatici die het Nederlands wat meer cachet wilden geven.

Een vergelijking maak je altijd met behulp van een bijvoeglijk naamwoord (adjectief). Een bijvoeglijk naamwoord (domme, bruine, kleine, natte) zegt iets over een zelfstandig naamwoord (de hond). Eén van de kenmerken van adjectieven is dat ze de trappen van vergelijking kunnen vormen.

Stellende trap (positief)Vergrotende trap (comparatief)Overtreffende trap (superlatief)
groot groter grootst
dom dommer domst
boos bozer boost
goed beter best

In het geval van een vergelijking met een vergrotende trap, gebruiken we in het Nederlands dan:

Wijn blijkt beter voor je te zijn dan tot nu werd gedacht. Bier is echter nog slechter voor je dan cola.

Voorbeelden van hoe het niet moet:

*Pim Fortuyn was eigenlijk veel intelligenter als dat hij zich voordeed.

*Het schilderij van Van Gogh was veel ouder als men voorheen dacht.

'Dan' volgt ook na de woorden 'ander', 'andere' of 'anders'.

Anders dan George W. Bush had Clinton wel een affaire.

Bij nadere inspectie blijkt dat het een ander verhaal is dan gedacht.

Bij een vergrotende trap is er automatisch sprake van ongelijkheid. En bij ongelijkheid gebruik je (meestal) dan. Als er sprake is van gelijkheid, dan gebruik je als. Als gebruik je in ieder geval altijd na '(net) zo´ en 'even´.

Allereerst valt op dat de kunstnier even groot is als een iPad.

Astrofysicus Neil deGrasse Tyson beweert dat de hamer van Thor net zoveel weegt als een kudde van 300 miljard olifanten.

Suriname is vier keer zo groot als Nederland.

Een manier om te controleren of je zin klopt, is de zin afmaken. Een bekend voorbeeld - waarbij ook nog een foute keuze wordt gemaakt tussen 'ik' en 'mij' - is:

*Hij is groter als mij (ben).
Hij is groter dan ik (ben).

Te danken - te wijten

Een fout die nogal eens voorkomt, is de verwarring tussen te danken aan en te wijten aan. Eigenlijk is dat best vreemd, omdat te danken aan duidelijk een positieve lading heeft en omdat te wijten aan negatief is. Juist is dus:

We hebben dat model te danken aan Michael Halliday; het is onmisbaar gebleken in de taalwetenschap.

De ramp met de Titanic is te wijten aan een menselijke fout.

Dat - wat

In plaats van het betrekkelijk voornaamwoord 'dat' wordt vaak ten onrechte 'wat' gebruikt. Er zijn slechts een aantal gevallen waarin 'wat' gebruikt wordt:

1) Als het antecedent (datgene waarop 'wat' of 'dat' slaat) gevormd wordt door een hele zin;

{Nog niet zo lang geleden zijn er beschuldigingen van wetenschappelijk wangedrag geuit aan het adres van emeritus-hoogleraar Mart Bax}, wat nogal een pijnlijke situatie opleverde.

2) Als het antecedent (datgene waarop 'wat' of 'dat' slaat) in 'wat' zit opgesloten;

Wat Taylor (1990) in zijn onderzoek beweert, is onzin. (wat = dat wat)

3) Na de woorden: dat, datgene, al, alles, veel, iets, niets, het enige;

Alles wat Matthiessen (1995) in zijn boek vertelt, is gelogen.

Niets wat Matthiessen (1995) in zijn boek vertelt, is gelogen.

Datgene wat Matthiessen (1995) in zijn boek vertelt, is gelogen.

Het enige wat Matthiessen (1995) in zijn boek vertelt, is gelogen.

4) Na een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord (vaak een overtreffende trap).

Dat is het mooiste wat ik in het Prado heb gezien.

In alle andere gevallen gebruik je 'dat' als verwijswoord. Een voorbeeld:

Dat is het mooiste schilderij dat ik in het Prado heb gezien.

Hun - hen

Hun en hen worden in de spreektaal vaak door elkaar gebruikt en gemengd met 'ze'. In schrijftaal ligt de zaak wat gevoeliger. Hen is een lijdend voorwerp. Ook gebruik je hen als het gaat om een meewerkend voorwerp waar een voorzetsel voor staat. Je gebruikt hun als het gaat om het meewerkend voorwerp zonder voorzetsel. Een bekend ezelsbruggetje is: hun = aan/voor hen.

Juist is:

Ik heb hen gisteren nog gezien.

We zijn hen meer dan beu.

Heb je de bloemen aan hen gegeven?

Heb je het hun gegeven?

Fout is dus:

*Hun zou ik zo graag een dreun verkopen!

*Met hun kan ik heel goed opschieten.

*We hebben hen een brief gestuurd.

Waarmee - met wie

Er zijn in het Nederlands een aantal woorden die zijn samengesteld uit een bijwoord en een voorzetsel. Die woorden heten voornaamwoordelijke bijwoorden. Voorbeelden zijn: 'waarmee', 'waarvan', 'waarvoor', 'waarop'. Eigenlijk mag je die voornaamwoordelijke bijwoorden alleen maar gebruiken om mee te verwijzen als het antecedent een 'niet-levende zaak' of 'ding' is. Die regel wordt niet zo streng nageleegd in populaire of informele teksten. Wij raden aan om in je wetenschappelijke tekst de volgende regel wél na te leven: Waarmee (of waarop, waarvan, etc.) gebruik je alleen als het antecedent een voorwerp is:

De kwast waarmee Rembrandt van Rijn zijn Nachtwacht schilderde, is na pakweg 375 jaar weer teruggevonden.

Met wie (of voor wie, van wie, etc.) gebruik je alleen als het antecedent een persoon is:

De vrouw voor wie Rembrandt van Rijn zijn Nachtwacht schilderde, is na pakweg 375 jaar weer teruggevonden.

Meer informatie over verwijsfouten en verwijswoorden kun je vinden onder: Verwijswoorden.

Pleonasme en tautologie

Een pleonasme en een tautologie zijn beide stijlfouten (in de literatuur: stijlfiguren) die iets met herhaling te maken hebben.

Pleonasme betekent zoiets als 'overvloed'. In een pleonasme wordt een eigenschap die noodzakelijk eigen is aan het genoemde ten overvloede in een bepaling uitgedrukt. Met andere woorden: een eigenschap van sneeuw is bijvoorbeeld dat het wit is. 'De witte sneeuw' is dus een pleonasme. Sneeuw is altijd wit, dus 'witte' is hier ten overvloede.

Enkele voorbeelden:

Ook prinses Diana bleek aan een depressieve buien te hebben geleden. Dat kwam waarschijnlijk omdat ze werd geconfronteerd met heftige herinneringen uit het verleden.

Het VOC-schip de Halve Maen kon zijn reis na een schipbreuk weer hervatten.

Toen Herman Brood zich van het Hilton afwierp, viel hij met een rotgang omlaag.

Tautologie betekent: 'hetzelfde woord weer'. Bij een tautologie wordt dus het hele begrip herhaald, en niet, zoals bij een pleonasme, maar een deel.

Reeds in de negentiende eeuw droegen vrouwen al broeken.

Vanwege deze resultaten ben ik genoodzaakt te moeten concluderen dat dit onderzoek een vervolgonderzoek verdient.

Renkema (2012) is in staat om een zeer uitgebreid boekwerk te kunnen schrijven over alles wat met schrijven te maken heeft.

Contaminatie

Contaminatie betekent besmetting. Onder deze stijlfout verstaan we het gedeeltelijk samenvoegen van twee synonieme, of min of meer synonieme woorden of uitdrukkingen tot een nieuw verkeerd woord, of tot een nieuwe verkeerde uitdrukking.

Een aantal bekende contaminaties:

Doe dat maar overnieuw. [overdoen + opnieuw]

Peppi irriteert zich mateloos aan Kokki. [zich ergeren aan + het irriteert me].

Willem Holleeder behoort tot een van de meest gevreesde misdadigers van Nederland. [behoren tot de + een van de (…) zijn]

De staatsschuld van Amerika kost duur. [veel kosten + duur zijn]

Malapropisme

Een malapropisme is een verhaspeling van een woord of uitdrukking. Vaak heeft een malapropisme een komisch effect.

Slapende honden bijten niet.

Zij was niet te stuiteren in haar enthousiasme.

Overige pagina's in deze rubriek: Introductie   Spelling   Grammatica   Interpunctie   Veelgemaakte fouten