Werkbank Academische vaardigheden


De inleiding van een wetenschappelijke tekst

De inleiding van een wetenschappelijke tekst bestaat in het geval van een korte tekst (werkstuk) uit één alinea, of uit twee: de eerste alinea of de eerste twee alinea's van de eigenlijke tekst. Bij grotere teksten (bijvoorbeeld scripties) en zeker bij boeken, komt het vaak voor dat de inleiding de eerste paragraaf of zelfs het hele eerste hoofdstuk omvat.

De inleiding heeft drie functies. Naar de vorm worden er twee typen inleiding onderscheiden: de piramide-inleiding en de trechterinleiding.

De functies van de inleiding

  • Presenteren van de probleemstelling van de tekst
    De inleiding moet de probleemstelling van de tekst duidelijk en goed zichtbaar aan de lezer presenteren. De probleemstelling moet daarom op een goed zichtbare plaats staan: aan het begin van de inleiding of aan het eind van de inleiding.
  • Inkaderen van de probleemstelling
    De inleiding moet de lezer duidelijk maken waarom de probleemstelling van belang is. Je moet dus zorgen voor wat informatie ‘om de probleemstelling heen’, waarmee je de probleemstelling inkadert. Dat kan door iets te zeggen over de actualiteit van het thema, of over het belang van de kwestie die je aan de orde stelt. Ook kun je proberen aan te geven waarom je probleemstelling interessant is voor je lezer (‘Deze vraag speelt een rol in de discussie over de spellinghervorming.’). In andere gevallen is het nuttig om een rechtvaardiging of een verantwoording te geven voor je probleemstelling: waarom is die probleemstelling eigenlijk relevant?
  • Duidelijk maken van de opbouw van de tekst
    De inleiding moet, zeker bij langere teksten, een duidelijk overzicht geven van de opbouw van de tekst. Je geeft in kort bestek een overzicht van wat er in de paragrafen of hoofdstukken gaat gebeuren.Meestal krijgt de informatie over de opbouw van de tekst een plaats in het laatste deel van de inleiding. Daarmee vormt deze informatie een natuurlijke overgang van de inleiding naar het middenstuk van de tekst, dat wil zeggen naar de uitwerking van de probleemstelling.

De vorm van de inleiding

Iedere inleiding kent een duidelijke verdeling in een gedeelte waarin de probleemstelling gepresenteerd wordt, een gedeelte waarin de probleemstelling wordt ingekaderd en een gedeelte waarin informatie over de opbouw van de overige tekst gegeven wordt. Bij korte teksten moeten deze delen binnen een of twee alinea’s gepresenteerd worden, in langere teksten binnen een paragraaf of een heel hoofdstuk.

De informatie over de opbouw van de tekst komt altijd in het laatste gedeelte. Er is variatie mogelijk in de volgorde van de presentatie en de inkadering van de probleemstelling. Een inleiding die begint met de presentatie van de probleemstelling heet een piramide-inleiding. Een inleiding die begint met het algemene kader heet een trechterinleiding.

Piramide-inleiding

Als je begint met de presentatie van de probleemstelling krijgt de inkadering ervan vooral het karakter van een toelichting op, een veralgemening en daarmee verbreding van datgene wat in de probleemstelling gezegd wordt. De probleemstelling is dan het topje van een piramide. Een voordeel van de piramide-inleiding is, dat je lezers van meet af aan weten wat er voor hen ontvouwd zal gaan worden. Het is daarbij wel noodzakelijk dat je lezer de probleemstelling zonder uitleg vooraf, zonder context, kan begrijpen.

       Voorbeeld

Voorbeeld: een piramide-inleiding van 1 alinea

Met deze bijdrage willen we een antwoord geven op de volgende, tweeledige vraag: worden samenstellingen tegen de regel in steeds vaker niet aaneengeschreven en is dat te wijten aan Engelse invloed? Wie zou menen dat het hier gaat om een actueel verschijnsel, vergist zich. Het is wel zo dat er vooral de laatste decennia flink over geklaagd wordt door taalverzorgers en taalpedagogen, maar de eerste afkeurende geluiden over het los schrijven van samenstellingen klonken al ongeveer een halve eeuw geleden op.

Trechterinleiding

De trechterinleiding begint met de inkadering, in de vorm van een aantal meer algemene opmerkingen over het onderwerp. Vervolgens komt de formulering van de probleemstelling. De trechterinleiding geeft je dus de gelegenheid om je probleemstelling vanuit een bepaalde context te presenteren, als een specifieke toespitsing van een meeromvattend geheel. 

       Voorbeeld

Voorbeeld: een trechterinleiding van 1 alinea

Wanneer men de handboeken erop naslaat, zal men vaak lezen dat het Homerische epos, en men denkt dan vooral aan de Ilias, gekenmerkt wordt door een neutrale, afstandelijke, onpersoonlijke, kortom objectieve vertelstijl. In dit hoofdstuk wil ik laten zien dat deze kwalificatie een verkeerd beeld geeft van de epische vertelstijl.

Overige pagina's in deze rubriek: Introductie   Probleemstelling   Middenstuk   Conclusie   Discussie   Alinea